Midden in Corona tijd... weer aan de slag met de kleuters.
Ze staan te springen om mee te gaan wanneer ik ze in hun groep op kom halen. Een van de twee kinderen vooraan in de rij wil graag een high five geven (want dat deden we voor de Corona tijd altijd wanneer ze binnenkwamen). Maar dat kan dus even niet. Ze vindt een oplossing en de high five gaat op mijn buik. Dan geeft haar ‘maatje in de rij’ aan dat ze een knuffel wil geven. Dat kan dus ook niet maar dan maar een knuffel met mijn benen. Dan mogen ze mee en ze huppelen de gang in richting het speellokaal wat op donderdag altijd muzieklokaal is.
Wanneer ze allemaal zitten, zie ik een van de kinderen met zijn handen op zijn rug zitten. Mijn vraag “Heb je je handen verstopt?’, beantwoordt hij met een’ big smile’ en hij schudt ‘ja’. Het gevolg is dat alle kinderen hun handen verstoppen en dat is meteen een mooi moment om het liedje ‘Dikke duim’ te zingen. Mijn duimen komen vanachter mijn rug tevoorschijn en, goede imitatoren als kleuters zijn, doen ze het meteen allemaal mee. Na een paar herhalingen zingen ze al grote stukken van het liedje mee.
In de groep zit ook een Engels sprekende kleuter. Een mooie gelegenheid om de Engelse tekst in te zetten: “Tommy Tumb”. Even rustig zingen, dan het liedje in stukjes, even vergelijken met de Nederlandse tekst en na een paar minuten zingt het gros van de kleuters vol overtuiging de Engelse versie mee.
Van werken met de duimen naar klappen, tikken en stampen. Kleuters willen graag bewegen en een muziekles bij de kleuters zonder beweging is bijna ondenkbaar. Een paar maanden geleden hebben we het liedje en bewegingsspel ‘Van 1 2 3’ al eens gedaan. Wonderlijk hoe goed het geheugen werkt bij 4 en 5 jarigen. Ze klappen, tikken en stampen meteen mee en een rondje draaien met de armen om elkaar heen, gaat meteen prima. Ze hebben lol in het bewegen en de structuur van het liedje is zo dat ze de 1,2,3 waarop ze moeten klappen, tikken en daarna stampen prima bij te houden is. Niet alleen bewegen ze prima op tijd maar ze zingen de 1,2,3 ook meteen mee. Blije gezichtjes en alle aandacht. Tot nu toe hebben we zittend gewerkt maar stampen gaat nou eenmaal beter wanneer je staat. Daar gaan we, we maken een soort kring en bijna alle kleuters zijn actief, zeker wanneer ze een rondje om hun as mogen draaien. Een jongetje niet. Hij zit en kijkt. Ik interpreteer zijn gezichtsuitdrukking als ‘Wauw, het is wel heel spannend’ of ‘Kan ik dit al wel’? Ik vraag of hij mee komt doen maar hij reageert niet enthousiast en blijft zitten waar hij zit. Ik laat hem maar even ‘de kat uit de boom kijken’.
Dan vraag ik of de jongens een grote kring kunnen maken om aan de meisjes te laten zien hoe ze het doen. De meiden gaan zitten en de jongens staan op de grote ronde gele cirkel die in het linoleum van de vloer is ingewerkt. Ik zet de track aan van het liedje aan en ze gaan vol overgave aan de slag. Dan de meisjes. Ook dat gaat prima. Dan allemaal samen. Het is even wat passen en meten in de kring maar het lukt. Het jongetje wat nog niet echt mee wilde doen vraag ik of hij erbij komt staan. Ik moedig hem aan ‘Probeer het nu maar een keer’. Hij kijkt sip en nog sipper en de tranen rollen over zijn wangen. ‘Je vindt het wel heel spannend’ zeg ik tegen hem en hij knikt bevestigend. Ik zeg: ”Maar het is toch wel fijn om het even te proberen, en het is niet erg wanneer je het nog niet meteen allemaal kunt. Wanneer je het nu probeert leer je het vast en zeker wel… en ik vind het ook niet erg wanneer je het nog niet meteen allemaal kunt’. Zijn tranen veegt hij van zijn wangen en, zo waar, hij gaat het proberen. Dat lukt hem eigenlijk best wel goed. Ik geef hem dit een aai over zijn bol en zeg dat ik het super knap vind dat hij het geprobeerd heeft en dat dat best wel spannend was maar dat hij heel knap is omdat hij het geprobeerd heeft. Hij knikt en volgens mij is zijn spanningsniveau heel erg veel gedaald. Weer een stap in het opgroeiproces gezet. En wat een leuk gezicht is dat: een hele groep kleuters die gezamenlijk een bewegingsspel uitvoert. In het arrangement van ‘Van 1 2 3 ‘ zit het lied twee maal instrumentaal verwerkt, waardoor het innerlijk horen wordt aangesproken. Er zijn kinderen die innerlijk meezingen en die precies op tijd de drie klappen, tikken en stampen en de draai uitvoeren.
Dan verder, ik speel een eenvoudige begeleiding bij het liedje ‘Tam tam”. De groep is al gewend aan het spel wel/ geen muziek. Ze marcheren meteen mee in de maat en wanneer ik stop staan ze stil als een standbeeld. Twee kinderen zijn meer aan het bewegen dan aan het luisteren, maar een opmerking als ‘jullie waren bijna af’ geeft ze genoeg aanwijzingen om beter te luisteren en de volgende pauze wel op tijd stil te staan. Dan zing ik het liedje ‘Tam tam’. Kleuters hoef je niets te vertellen wanneer je zingt over muzikanten. Ze marcheren in de maat en de knieën gaan meteen hoger omhoog. Een of twee kleuters hebben zoveel bewegingsenergie dat ze even rennen. Maar wanneer ze zien dat er een hele lange rij kleuters strak in de maat marcheert, kunnen ze het niet laten om ook aan te sluiten en mee te marcheren. Dat ziet er weer heel super uit. De oudste kleuters zingen al snel mee.
Het is een eenvoudig liedje wat perfect past binnen de stemomvang van de kleuter: d’- b’. Dan nog even het arrangement erbij, want het is toch wel erg leuk wanneer je het idee krijgt dat er een heel harmonieorkest mee marcheert. Daarna is het ‘alle muzikanten bij de deur’.
Op mijn vraag of ze het Engelse liedje nog weten verdwijnen er heel veel handen meteen achter de rug en klinkt: ‘Tommy Tumb’. ‘Zullen we het aan de juf laten horen?’, vraag ik, en dat vinden ze allemaal een goed idee. We gaan naar de klas, ze gaan in de kring zitten, hun handen op de rug. En dan zingen ze nog even vol overgave ‘Tommy Tumb’. Missie geslaagd voor vandaag.
Comments