Muziek omdat het blijft
​
Niet alleen jonge kinderen, basisschoolleerlingen en jongeren houden van muziek. Ook senioren genieten van muziek. Dagelijks samen muziek maken, spelen en zingen maken van iedere (oude) dag een belevenis.
​
​
Muziek met senioren met dementia
Muziek met demente ouderen is de laatste tijd ‘in beeld’. Op internet verschijnen allerlei artikelen en onderzoeken over hoe geweldig goed ouderen met alzheimer en dementie reageren op muziek. De film ‘Alive Inside’ laat demente ouderen zien die met veel plezier naar hun favoriete muziek uit hun jonge jaren luisteren waarbij herinneringen naar boven komen.
​
​
Muziek maken in familieverband
Een manier om met ouderen te werken die mijn voorkeur heeft, is het geven van muzieklessen in een soort familiesetting. Wanneer we (bet-)overgrootmoeder, oma, moeder en het jonge kind in één sessie bij elkaar brengen, krijgt iedereen een eigen ‘rol’ in het geheel. Zo krijgt een muzieksessie met meerdere generaties een heel eigen mooie dynamiek. Erikson (1971) heeft dat beschreven in zijn ‘model of human development’ als ‘generativity’ (transmission of life to the next generation). Wanneer we het leven kunnen zien in de volle breedte, zegt Erikson, dan kunnen we met samen zingen en muziek maken doorgeven wat van waarde is voor mensen. Dus we geven niet alleen het leven zélf door, maar ook de alledaagse handelingen, gebruiken en gewoontes én onze normen en waarden. Via het samen zingen van onze liedjes, het vertellen van onze verhalen en het delen van onze muziek creëren we een gedeelde positieve identiteit. Dit weerspiegelt sociale normen, historische gebeurtenissen, culturele aannames en morele identiteit (Langelaar, 1982).
Mijn voorkeur voor samen muziek maken in ‘familieverband’ heeft ook zijn weerslag op de doelstelling van de les, en op de keuze van activiteiten, liedjes en materiaal. Het vraagt, naast communicatieve vaardigheden, ook om een gedegen kennis van zowel de (muzikale) ontwikkeling van het jonge kind, als kennis op het terrein van de relaties tussen ouder-kind, ouders-ouderen en ouderen-kinderen.
​
​
Ervaringen uit de praktijk van Margré van Gestel
Schijndel, 2016
“Fijn, dat jullie er allemaal zijn, dan kunnen we beginnen, en wie bent u?”
“Ja, dat weet ik niet meer”, is het antwoord dat ik wel eens krijg wanneer ik enkele peuters begroet heb en de ouderen aan de beurt zijn. Ze hebben al genoten van de peuters die handpop Kermit een hand komen geven en Kermit krijgt van alle ouderen ook een hand. Mooie momenten komen daar uit voort.
​
Zevenhuizen, 2015
Tijdens een lessenserie zie je vooruitgang en ontwikkeling. Een klein voorbeeldje: tijdens mijn laatste cursus vielen er, halverwege de eerste les, van de zes ouderen vier in slaap. In de derde les waren er dat nog maar twee. Hun interesse in de wereld en hun concentratievermogen leken tijdens de lessenserie beduidend beter te worden. Een andere observatie: in les 1 zingen de ouderen voornamelijk delen van de erfgoedliedjes mee zoals: Op een grote paddenstoel, Ik zag twee beren, Slaap kindje slaap. In les vier hoor ik ook fragmenten terug van de liedjes die nieuw waren voor de ouderen.
​
Rotterdam, 2014
In een verzorgingstehuis komen zes kinderen van het dagverblijf de muzieklessen volgen. We zitten in de ruimte van de activiteitenbegeleiding met stoelen en losse sierkussentjes. Je legt ze als vanzelfsprekend op de grond voor de kinderen om op te zitten. Dit resulteert in een ‘scheldkanonnade’ zonder woorden van een van de ouderen. De boodschap wordt snel duidelijk: kussens horen niet op de grond maar in de stoel!
​
Rotterdam, 2013
Een mevrouw die geen woorden meer tot haar beschikking heeft, reageert met zingen: “da, die, da, die, da”. Na mijn reactie in hetzelfde klankidioom communiceert ze met hele fantasievolle ‘zing-gezangen’. Tegelijkertijd maakt ze oogcontact en omvatten haar tweee handen mijn hand in een liefdevolle begroeting: een alsmaar door het tehuis zwervende demente oudere die bij de Kinderen, Ouderen en Muziek-sessies (KOM) blijft zitten en van het begin tot het eind ‘klanken zingend’ communiceert, maar vooral geniet.
​
Zevenhuizen, 1996
Net op tijd voor het begin van de derde les brengt een verzorgster mevr. S. binnen. Mevr. S. zit in haar rolstoel, het bovenlichaam voorover gebogen, haar ogen hebben alleen uitzicht op het blad. Haar polsen binnenwaarts in een haakse hoek gevouwen en de handen tot vuisten gebald. “Nou, deze mevrouw zal vandaag vast niet meedoen. Het was vanmorgen ook al niet zo prettig”, is de boodschap die we krijgen. De verzorgster zet mevr. S. naast me in de kring en vertrekt. Ik pak mijn handpop ‘Pino’ en de metamorfose van mevr. S. is wonderbaarlijk. Na de eerste tonen van het Hallo-liedje gaat ze rechtop zitten en er komt een schittering in haar ogen. Haar handen gaan open om naar Pino te reiken en hem even aan te raken. Het oogcontact wat ik met haar heb, spreekt boekdelen: interesse en plezier. Ze zingt mee wanneer ik de kinderen begroet, zoals ze verder de hele les alle bekende liedjes meezingt. Ze schudt met de schudeieren, rijgt een ketting van grote kralen en geniet.
​
​
Margré was dirigente van koor A-Meezing in Schijndel. A-Meezing trad op in verpleeg- en verzorgingstehuizen en had 30 leden. Met een live combo van accordeon en keyboard verzorgde dit koor gezellige meezing concerten. Helaas is na de Corona periode het koor opgeheven in 2022.